Laatst gewijzigde pagina's voor zakelijke aanbieders
Elke aanvrager is verplicht een exitplan op te stellen en aan te leveren conform artikel 2.4 van de BRVKOA 2026. De toelichting bevat voorbeelden van relevante scenario’s. De Kansspelautoriteit hecht hier waarde aan, omdat niet te voorspellen is of, wanneer en onder welke omstandigheden een vergunning voortijdig eindigt. Het exitplan is van belang voor aanbieders, spelers en de Ksa. De wettelijke basis ligt in artikel 31a van de Wok. Daarom moet het plan al bij de aanvraag worden ingediend. De Ksa acht de lasten voor het opstellen niet disproportioneel.
Aan de modelvergunning wordt een voorschrift toegevoegd over het hebben en naleven van een exitplan.
Een aanbieder mag er redelijkerwijs van uitgaan dat een vergunning wordt verleend als hij aantoonbaar aan alle regelgeving voldoet en de Kansspelautoriteit tijdens de aanvraag geen nadere vragen heeft gesteld, of als deze volledig en toereikend zijn beantwoord. In dat geval hoeft een exitplan niet in werking te gesteld.
Een vergunninghouder kan het voortijdig eindigen van zijn vergunning aanvragen met een eenvoudig schriftelijk verzoek. Dit valt onder artikel 4.2, lid 1, sub c van de Awb. Verdere vereisten zijn er niet, behalve dat de Kansspelautoriteit vraagt hoe de vergunninghouder het exitplan zal uitvoeren.
Voor de toepassing en praktische uitvoering van de Consignatiekas verwijst de Kansspelautoriteit naar Bureau Consignatie van het Ministerie van Financiën. Dit is toegelicht in de beleidsregels.
De Kansspelautoriteit heeft in artikel 3.3 van de BRVKOA 2026 expliciet bepaald dat de betrouwbaarheid van een aanvrager in ieder geval niet buiten twijfel staat wanneer deze geen uitvoering geeft aan een onherroepelijk vonnis of een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis van een Nederlandse rechter. Dit leidt tot weigering van de vergunning. De Ksa acht dit onacceptabel, vooral wanneer het gaat om verplichtingen die voortvloeien uit het aanbieden van kansspelen, zoals het verstrekken van spelergegevens of het uitbetalen van winsten. Om dit te waarborgen is in artikel 19.1, onderdeel e, een vergunningsvoorschrift opgenomen dat uitvoering aan dergelijke vonnissen verplicht stelt.
De Kansspelautoriteit heeft in artikel 3.3 van de BRVKOA 2026 expliciet bepaald dat de betrouwbaarheid van een aanvrager in ieder geval niet buiten twijfel staat wanneer deze geen uitvoering geeft aan een onherroepelijk vonnis of een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis van een Nederlandse rechter. Dit leidt tot weigering van de vergunning. De Ksa acht dit onacceptabel, vooral wanneer het gaat om verplichtingen die voortvloeien uit het aanbieden van kansspelen, zoals het verstrekken van spelergegevens of het uitbetalen van winsten. Om dit te waarborgen is in artikel 19.1, onderdeel e, een vergunningsvoorschrift opgenomen dat uitvoering aan dergelijke vonnissen verplicht stelt.
Vragen voorziening spelerstegoeden - Module E
Vanaf 1 januari 2026 wordt het afscheiden van vermogen via een derdengeldrekening of een bankgarantie niet langer toegestaan bij het aanvragen van een nieuwe vergunning.
- In de praktijk is er geen vraag naar het gebruik van derdengeldrekeningen. Hoewel de toelichting bij artikel 4.30 van het Besluit Koa deze optie als voorbeeld noemt, blijkt dat notarissen, deurwaarders en advocaten hun derdengeldrekening niet willen of mogen inzetten voor aanbieders van online kansspelen. Het voorbeeld in de toelichting was dan ook onjuist.
- De bankgarantie is afgeschaft omdat deze met duizenden potentiële begunstigden praktisch onhaalbaar is. Het is niet werkbaar dat spelers rechtstreeks bij een bank een beroep doen op zo’n garantie, omdat de bank de identiteit en het geclaimde bedrag van onbekende begunstigden moet verifiëren, terwijl deze informatie niet beschikbaar is.
Daarom acht de Kansspelautoriteit het onwaarschijnlijk dat bankgaranties of derdengeldrekeningen alsnog mogelijk worden gemaakt via het voorgestelde alternatief van artikel 7.6 ‘andere voorzieningen’.
Voorzieningen die onder de huidige vergunning zijn toegestaan, blijven gedurende de gehele vergunning periode geldig. Vergunninghouders hoeven hun werkwijze niet direct aan te passen bij inwerkingtreding van de nieuwe regels. Pas bij een nieuwe aanvraag voor een vervolgvergunning moeten zij aan de nieuwe regels voldoen.
De Kansspelautoriteit vindt het van belang dat wijzigingen in de uitbesteding van essentiële werkzaamheden onverwijld worden gemeld, zodat daarop toezicht kan worden gehouden en naleving van de Sanctiewet en de Wwft kan worden gecontroleerd.