1. Kansspelautomaat
Bij een kansspelautomaat - bijvoorbeeld een fruitautomaat - heeft de speler geen invloed op de uitkomst van het spel, winst is toeval. Winstmogelijkheden van een kansspelautomaat zijn: uitbetaling van prijzen, waaronder de prijs om gratis verder te spelen.
Alle vergunningen nodig
Voor het aanbieden van een kansspelautomaat is een modeltoelating, exploitatievergunning en een aanwezigheidsvergunning nodig.
2. Behendigheidsautomaat
Bij een behendigheidsautomaat, bijvoorbeeld een flipperkast, heeft de speler invloed op het verloop van het spel. Een speler kan bij een behendigheidsautomaat slechts verlengde speelduur of een gratis spel winnen.
Modeltoelating & exploitatievergunning nodig
Voor een behendigheidsautomaat is een modeltoelating nodig en een exploitatievergunning, maar geen aanwezigheidsvergunning.
3. Kermisautomaat, bijvoorbeeld in arcadehal
Een kermisautomaat, zoals een grijpkraan, keert geen geld uit, maar wel andere vormen van prijzen, zoals waardebonnen of goederen in natura. Die mogen maximaal 40 keer de inzet waard zijn.
Gemeenten bepalen meestal in hun algemene plaatselijke verordening waar een kermisautomaat mag staan. Behalve op kermissen staan ze soms in een zogenoemde arcadehal, amusementscentra waar tegen betaling spelletjes kunnen worden gespeeld.
Kermisautomaten zijn omstreden omdat er soms sprake is van een kansspel. Twijfelt u of een automaat een kermisautomaat is? De aanbieder moet kunnen aantonen dat het om een kermisautomaat gaat. Lees over de bevindingen uit ons onderzoek over verslavingsrisico's bij kermisautomaten.
Geen vergunning nodig
Voor kermisautomaten wordt in de Wet op de kansspelen een uitzondering gemaakt: er is geen vergunning nodig van de Kansspelautoriteit.
Spelletjescomputers toegestaan bij gratis deelname
Spelletjescomputers - zoals Playstations, Xboxes, Nintendo’s - zijn alleen toegestaan als de speler:
- Invloed heeft op het resultaat, met behendigheid
En, als hij of zij niet voor deelname betaalt:
- Geen prijs of premie kan winnen, behalve ‘verlengde speelduur’ of ‘het recht op gratis spellen’
Of, als hij of zij wél voor deelname betaalt:
- Géén ‘verlengde speelduur’ of ‘recht op gratis spellen’ kan winnen