In mijn tijd op het ministerie van (toen nog) Veiligheid en Justitie was de kansspelmarkt een hot topic. We werkten aan de oprichting van de Kansspelautoriteit en dachten toen nog dat we ongeveer tegelijk de online markt zouden kunnen openen. Dat tweede duurde uiteindelijk aanmerkelijk langer (bijna 10 jaar), omdat het reguleren van online gokken een hangijzer bleek, dat door de jaren heen toch maar niet wilde afkoelen. Twijfel over gelegaliseerd gokken en de mogelijke gevolgen daarvan is, zo bleek de afgelopen weken weer, nog lang niet verdwenen. Wat zeg ik: de liefde voor de op liberale leest geschoeide wetgeving van een paar jaar geleden lijkt zowel links en rechts behoorlijk bekoeld.
Het is bij wet- en regelgeving goed om na een aantal jaar de temperatuur van het water opnieuw te meten. Doet nieuwe wetgeving wat het beoogt te doen, is het effectief en kunnen we er op de juiste manier op toezien dat de wet wordt nageleefd? Voor de wet Kansspelen Op Afstand (KOA) doorlopen we dat proces inmiddels. Het evaluatierapport was voor velen, ook voor ons bij de Ksa, op sommige fronten even slikken. Want wat blijkt eruit? De regulering van online kansspelen draagt nog onvoldoende bij aan de beleidsdoelstellingen die we voor ogen hadden. In normaal Nederlands: we hebben een vergunde markt om mensen die willen gokken te beschermen, maar het beschermen van spelers moet en kan nog beter.
Ik kan niet zeggen dat die conclusie voor mij totaal uit de lucht kwam vallen. In 2023 onderzocht de Ksa zelf de invulling van de zorgplicht door online aanbieders. Mijn collega’s concludeerden toen dat er ernstige tekortkomingen waren op het gebied van die zorgplicht. Er werd een nieuwe beleidsregel verantwoord spelen opgesteld en de ‘open normen’ kregen meer invulling, om de veiligheid van spelers beter te kunnen garanderen. Het effect van deze maatregelen kon in het rapport over de evaluatie nog niet worden opgenomen, omdat de belangrijkste aanscherpingen (bijvoorbeeld stortingslimieten) pas op 1 oktober van dit jaar in zijn gegaan.
Na zo’n snoeiharde conclusie, die in de media zelfs werd vertaald naar ‘gefaalde gokwet’ is het niet gek dat de politiek zich roert. Er zijn in een korte periode van verschillende kanten Kamervragen gesteld over bijvoorbeeld gokverslaving en de gevolgen van de opening van de online markt. CDA en SGP dienden een initiatiefwetsvoorstel in om de legalisering van online gokken terug te draaien. De ChristenUnie en de SP voorzagen weinig politieke draagvlak voor dat voorstel, en kwamen met een eigen initiatiefwet om online gokken in plaats daarvan snel aan banden te leggen, met onder meer een aangescherpt reclameverbod en een verbod op creditcards als betaalmiddel.
Het rapport wijst ook op uitdagingen voor de Ksa. Een belangrijke reden voor de ineffectiviteit van de huidige kansspelwetgeving zijn onze beperkte middelen in onze strijd tegen de illegale markt. Juist daar zien we enorme misstanden; van het eenvoudig toelaten van minderjarige spelers tot bijzonder agressieve marketingtechnieken, tot zelfmoordreclames aan toe. Het nog harder terugdringen van de illegale markt beschermt kwetsbare spelers, en is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat we de legale markt nog strenger kunnen reguleren zonder dat spelers overlopen naar ‘the dark side’. Het bureau dat het evaluatierapport opstelde geeft daarom ook aan dat de Ksa meer bevoegdheden nodig heeft om deze piraten aan te pakken, bijvoorbeeld door websites direct uit de lucht te kunnen halen. Daar ben ik het volmondig mee eens, want ik (in navolging van mijn voorganger) heb daar al meermaals om gevraagd.
Een kritisch rapport is een goede aanleiding tot zelfreflectie en verbetering, en daar moeten we niet te lang mee wachten. Wel moet daarbij de juiste afweging gemaakt worden. Een totaalverbod op reclame voor het vergunde aanbod is naar ons oordeel niet het juiste middel om verslaving tegen te gaan. Het internet is wereldwijd en altijd en overal beschikbaar. Wie geen reclame meer ziet van vergunde aanbieders komt wel met illegale partijen in aanraking, die immers lak hebben aan de regels. Zo lang we illegaal aanbod dus niet volledig kunnen uitroeien (en dat zou behoorlijk utopisch zijn), moet een speler kunnen weten wie de legale aanbieder is. Bovendien is het de vraag wat dat met de levensvatbaarheid van het legale aanbod zou doen: er zijn nu al aanbieders die hun vergunning inleveren omdat de toegenomen regulering en met name ook de stijging van de kansspelbelasting de Nederlandse markt voor hen te onaantrekkelijk maakt.
Ik hoor u denken: maar wat gaan ze dan wél doen? Want stilzitten en afwachten is geen optie! Laat me beginnen bij verslavingspreventie: daar schiet de wet volgens het rapport tekort. Daar ben ik het mee eens. Daarom moet er een gestandaardiseerd en centraal verslavingspreventiebeleid komen. Aanbieders moeten dezelfde parameters hanteren, op dezelfde momenten ingrijpen en hun medewerkers dezelfde, geaccrediteerde trainingen aanbieden om met mogelijk verslaafde spelers om te gaan. Verslavingspreventie mag geen platform zijn waarop aanbieders met elkaar kunnen concurreren. Onderdeel hiervan zou kunnen zijn dat we gaan werken met een overkoepelende speellimiet, maar voor we de regels in die zin aanpassen moeten we eerst goed voor analyseren hoe dat zou uitpakken in de praktijk.
Ook zijn we bij de Ksa niet blind voor de groeiende groep nieuwe spelers, die voor een groot deel uit jongvolwassenen bestaat. De Ksa houdt deze ontwikkeling scherp in de gaten en gaat zich de komende jaren meer focussen op gerichte voorlichting, zoals we bijvoorbeeld afgelopen zomer hebben gedaan met onze sportzomercampagne. Ook zullen we vanuit het verslavingspreventiefonds meer gaan kijken naar activiteiten gericht op deze doelgroep, zoals een lespakket over gokken in het voorlichtingsprogramma ‘helder op school’ en verdere professionalisering van de hulplijn Loket Kansspel.
Nu de conclusie trekken dat de wet helemaal niet werkt, is wat mij betreft te voorbarig, maar ik begrijp de ergernis van de ChristenUnie en de SP: het is ook geen moment om op onze handen te gaan zitten. Veel liever zou ik ze nu meteen uit de mouwen steken. Met veel onderdelen van het initiatiefwetsvoorstel kunnen we heel goed aan de slag, zoals het verbod op betalen met een creditcard. De staatssecretaris van Rechtsbescherming, Teun Struycken, bracht deze week een werkbezoek aan de Ksa om van ons te horen wat ons drijft en bezighoudt en waar onze uitdagingen liggen. Ik heb daarom de wensenlijst van de voor ons noodzakelijke toe te voegen bevoegdheden bij hem neergelegd. Daarnaast heb ik aangegeven dat we onze taakopvatting zeker op het gebied van verslavingspreventie de komende jaren steviger gaan aanzetten, onze activiteiten op dat gebied uitbreiden en zullen zorgen voor een verdere professionalisering. Ik vertrouw erop dat we een goed gesprek kunnen blijven voeren met de staatssecretaris op basis van feiten (en met het nodige pragmatisme), en dat we in samenwerking met verschillende stakeholders van de branche tot de verslavingszorg, kijken naar wat er nú nodig is om de regulering van de markt op orde te krijgen, zonder dat we het kind met het badwater weggooien.