De Nederlandse kansspelmarkt wist afgelopen vrijdag ondanks het geweld van de voor Europa steeds guurdere wereldpolitiek toch de voorpagina’s van grote Nederlandse nieuwssites te halen. Staatssecretaris Struycken kwam na de ministerraad naar buiten met een vernieuwde kabinetsvisie op kansspelen die een veel zorgelijker geest uitademde dan de huidige wet. Hij kondigde in die context ook een aantal stevige nieuwe maatregelen aan. De Kansspelautoriteit presenteerde diezelfde dag in aanvulling daarop de resultaten van een eerste onderzoek naar de effectiviteit van de vorig jaar ingevoerde beleidsregels op het gebied van de zorgplicht. In de slipstream van dat onderzoek meldden we daarnaast nog dat de hoeveelheid geld die in de zakken van illegale aanbieders verdwijnt, inmiddels net zo hoog is als de hoeveelheid die naar legale aanbieders gaat. Kortom: een hoop gedoe rondom gokken.
Laat me beginnen met een reflectie op de visiebrief van de staatssecretaris. Ik was er in veel opzichten blij mee. Het vervult ons met tevredenheid dat veel onderwerpen die bij ons hoog op de agenda staan ook tot de prioriteitenlijst van de staatssecretaris behoren. Er kwamen in zijn brief dan ook tal van onderwerpen voorbij waar wij in eerdere brieven aan het departement om gevraagd hebben: de mogelijkheid om fake ID’s te kunnen gebruiken om ons toezicht te optimaliseren, het vereenvoudigen van onvrijwillige inschrijvingen in het Cruksregister (wat wij de laatste tijd voor de begrijpelijkheid als de gokstop communiceren) en het breder kunnen inzetten van data van kansspelaanbieders voor onderzoeksdoeleinden. Veel vakjes van mijn wensenlijstje kon ik afvinken.
Deze voor ons hartstikke belangrijke onderdelen uit zijn visie deden niet zoveel stof opwaaien: het zijn dan ook weldoordachte verbeteringen van ons toezicht op de kansspelmarkt en voor het beperken van gokgerelateerde schade. In het kader van dat laatste deed de staatssecretaris een aankondiging die wél tot ophef leidde: de door hem voorgestelde verhoging van de minimumleeftijd voor risicovolle kansspelen van 18 naar 21 jaar.
Op zichzelf vind ik het een sterk signaal richting jongeren en stoer van de staatssecretaris dat hij bereid is een verstrekkende conclusie te trekken uit de evaluatie van de wet op online gokken: het gaat hier om een risicovol product, en je moet er niet zomaar aan beginnen. Die waarschuwing geef je met het verhogen van de minimumleeftijd duidelijk af. Bij alcohol zijn we ook van 16 naar 18 jaar gegaan, en sindsdien is het aantal 18-minners dat met alcohol begint ook behoorlijk afgenomen. Al zullen er vast nog behoorlijk wat zestienjarigen thuis of bij vriendjes indrinken, hiermee is toch de basisnorm van wat we in Nederland acceptabel vinden verlegd. Het helpt dat alcohol voor jongeren bepaalde drempels kent om eraan te komen. Je moet het iemand anders voor je laten kopen, of je moet jezelf illegaal toegang verschaffen tot een café. Maar een belangrijk verschil met de gokmarkt is dat er geen wenkend, uitnodigend attractief illegaal alternatief binnen handbereik is.
Veronderstellen dat verhoging van de leeftijdsgrens jongeren onder de 21 helemaal zal afhouden van het gokken, zou naïef zijn: we zien nu ook al minderjarigen die dat doen. En voor jongeren onder de 21 is het illegale aanbod straks nog steeds met een paar muiskliks te benaderen, terwijl ze dan bij legale partijen, die zich aan een strenge zorgplicht moeten houden, niet meer naar binnen kunnen. Dat bleek tot mijn ergernis diezelfde vrijdagmiddag nog eens heel duidelijk: onder een nieuwsvideo van de NOS over dit onderwerp werden tips voor illegale casino’s zonder leeftijdsverificatie gretig uitgewisseld. En hier zit mijn enige aarzeling bij dit beleidsvoornemen van Struycken: verliezen we zo niet veel meer jongeren aan de illegale markt?
Dat is meteen een bruggetje naar de kwestie van het illegale aanbod. In het kader van de nieuw ingevoerde beleidsregels van de Ksa en het ministerie afgelopen zomer, onderzochten we hoe het met de kanalisatie gaat. Zou het aanhalen van de teugels ertoe leiden dat spelers weglopen van de legale markt? Dat lijkt vooralsnog gelukkig niet het geval: de kanalisatie in termen van spelers is onveranderd hoog (nog steeds speelt 91% alleen legaal). Toch zat er aan die conclusie een rauw randje: we berekenden namelijk ook de kanalisatie op basis van het brutospelresultaat, BSR (hoeveel geld verdwijnt er naar illegale partijen). Om die berekening te maken gebruikten we een nieuwe, betere methode, aangereikt door de Nederlandse Loterij. We zijn de NLO daar dankbaar voor, ook al bleek uit deze berekeningen dat de kanalisatie op basis van BSR niet alleen al jarenlang lager is dan wij dachten (namelijk ca 60% in plaats van ruim 80%), maar ook dat deze sinds de invoering van de beleidsregels afgelopen oktober nog eens met 10% is gedaald, naar 50%. Dat was voor ons ook wel even slikken.
Het effectief aanpakken van de illegale markt is dus enorm belangrijk. Niet alleen omdat deze markt door aangescherpte regels mogelijk interessanter wordt voor (jongvolwassen) spelers, maar ook omdat de hoeveelheid geld die erin omgaat veel groter is dan eerder verondersteld en ook nog eens blijft toenemen. Ook op dat vlak voelde ik dat de staatssecretaris ons als toezichthouder serieus neemt: we krijgen in zijn plannen (hopelijk snel) meer mogelijkheden om bijvoorbeeld illegale websites uit de lucht te halen. Wetsaanpassingen zijn doorgaans processen van de lange adem, maar met voldoende politieke druk en maatschappelijk urgentie kan het misschien best snel. In de tussentijd zitten we als Ksa zelf ook niet stil en richten wij onze pijlen steeds meer op het ondermijnen van het illegale verdienmodel om het illegale aanbod op zijn minst te ontmoedigen, bijvoorbeeld door nauwer samen te werken met banken en betaaldienstverleners. Als die geen geld meer overmaken van hun Nederlandse rekeninghouders naar deze illegale bedrijven neemt de aantrekkingskracht van Nederlandse klanten vast enorm af.
Ik geloof nog steeds dat een gezonde legale markt een belangrijk instrument is om de illegale markt te bestrijden. Niet voor niks gokken meer dan negen van de tien Nederlandse online spelers bij voorkeur alleen legaal. We moeten daarom ook goed kijken naar nieuwe aanvullende mogelijkheden om spelers nog beter te beschermen, maar ons ook wel rekenschap geven van wat daar de gevolgen van kunnen zijn. De aangekondigde overkoepelende speellimiet is wat ons betreft een mooie en passende stap in het verder voorkomen van gokschade. Maar dan moeten we wel zorgen dat dit zo eenvoudig mogelijk vorm krijgt om onuitvoerbaarheid of op z’n minst grote administratieve lasten aan de kant van aanbieders (en trouwens ook aan die van ons als toezichthouder) te voorkomen. Bovendien is de hoogte van zo’n limiet van groot belang: we zien dat de aanbiederslimieten die we nu hanteren (€300 en €700 per maand) behoorlijk effectief zijn, ervoor zorgen dat verreweg het grootste deel van de spelers eigenlijk netjes binnen de lijntjes blijft kleuren en bovendien de kanalisatie op basis van spelers nog niet beïnvloeden.
Laten we onze zegeningen wat dat betreft tellen en oppassen dat we daar niet nog verder in gaan snoeien door te kiezen voor nog beperkter limieten. We zien immers dat de kanalisatie op BSR al schrikbarend laag is. Het zijn de ‘zware gokkers’, redelijkerwijs dus ook de meeste probleemgokkers, die uitwijken naar de illegale markt. Ik zou het oprecht zonde vinden als we hierdoor meer spelers zouden verliezen aan de volstrekt onbeschermde gokomgeving van de illegale markt. Laten we vooral proberen die 91% spelerskanalisatie zo hoog mogelijk te houden.
Wie de politieke ontwikkelingen rond de kansspelmarkt de afgelopen tijd heeft gevolgd, kon al zien aankomen dat er vanuit het ministerie een andere wind zou gaan waaien. Het is nu het moment om die wind in de zeilen te krijgen om de spelersbescherming te optimaliseren én de illegale markt zoveel mogelijk tegen te werken. Dat is een delicate balans, want je kunt de fok wel heel strak aantrekken, als je te scherp aan de wind zeilt gaat hij toch tegenbollen en raak je zomaar uit koers. Dat moeten we nooit uit het oog verliezen. De Ksa heeft straks (hopelijk snel) als de voorstellen van de staatssecretaris werkelijkheid worden nieuwe mogelijkheden om haar toezicht te verbeteren en de speler nog meer centraal te stellen. Wij zullen die gebruiken om de veiligheid van de speler op een eerlijke, legale markt te waarborgen en ervoor te zorgen dat illegale partijen op onze markt geen schijn van kans maken en niet eens zin hebben om zich daar te vertonen.