Vragen over Betrouwbaarheid - Module B
Het niet-naleven van vonnissen lijkt een groot en steeds groter wordend probleem te zijn. De Raad van Bestuur wil glashelder stellen dat dit onderwerp daarom bij vergunningaanvragen de zwaarste consequentie heeft.
- Bij het opgeven van niet-eerder gemelde (rechts)personen kan het zo zijn dat de relatie verloopt via eerder opgegeven rechtspersonen. Bijvoorbeeld, het moederbedrijf heeft een nieuwe bestuurder. Dan moet noodzakelijkerwijs ook dat moederbedrijf weer genoemd worden. En dat bedrijf moet dan ook op de netwerktekening worden opgenomen.
- Er wordt een nog niet gemeld antecedent opgegeven bij een eerder wel doorgegeven (rechts)persoon. Dan is het onvermijdelijk dat identificerende gegevens van die (rechts)persoon verstrekt worden.
De Kansspelautoriteit heeft in artikel 3.3 van de BRVKOA 2026 expliciet bepaald dat de betrouwbaarheid van een aanvrager in ieder geval niet buiten twijfel staat wanneer deze geen uitvoering geeft aan een onherroepelijk vonnis of een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis van een Nederlandse rechter. Dit leidt tot weigering van de vergunning. De Ksa acht dit onacceptabel, vooral wanneer het gaat om verplichtingen die voortvloeien uit het aanbieden van kansspelen, zoals het verstrekken van spelergegevens of het uitbetalen van winsten. Om dit te waarborgen is in artikel 19.1, onderdeel e, een vergunningsvoorschrift opgenomen dat uitvoering aan dergelijke vonnissen verplicht stelt.