1 april (2)


1 april 2021

1 april 2021 is de dag waar iedereen bij de Kansspelautoriteit lang naar heeft uitgekeken. De Kansspelautoriteit werd als toezichthouder op 1 april 2012 mede opgericht om de legalisering en regulering van online kansspelen in goede banen te leiden. De Wet Kansspelen op afstand leek toen binnen afzienbare tijd bij de Tweede Kamer te worden ingediend en vervolgens door het hele parlement te worden aangenomen.

Dat liep, zoals u weet, anders: het is nu precies 9 jaar later. Het duurde tot februari 2019 tot de Eerste Kamer met het Wetsvoorstel Koa instemde. Vervolgens duurde het weer een kleine 2 jaar tot de lagere regelgeving bij de wet definitief was. Zeker de collega’s die van begin af aan bij de Kansspelautoriteit werken, hebben zich weleens vertwijfeld afgevraagd of het er ooit van zou komen.

Maar goed, vandaag is het dan zover. De Wet Koa is van kracht. Dat betekent concreet dat er bij ons aanvragen voor een vergunning kunnen worden ingediend voor het aanbieden van online kansspelen (zie ook: Wet Koa  morgen van kracht).

De legale online markt gaat op 1 oktober open voor bedrijven die erin slagen een vergunning te bemachtigen. Ik kan u verzekeren: die krijg je niet zomaar. Kansspelen zijn in Nederland niet onomstreden – een belangrijke reden voor het feit dat het lang duurde voordat het parlement met het legaliseren van online gokken instemde. De wetgever liet daarbij weinig aan het toeval over. Er worden strikte en gedetailleerde voorwaarden gesteld aan een vergunning. Die zijn door ons vertaald naar het proces van de behandeling van vergunningaanvragen, dat vandaag dan eindelijk van start gaat.

Op dit soort momenten is het, te midden van alle hectiek, goed om ook even stil te staan bij waar het eigenlijk allemaal om begonnen is. Bij de legalisering en regulering van online kansspelen is hét wezenlijke beleidsdoel het ‘kanaliseren’ van consumenten van illegale naar legale aanbieders.

Circa een miljoen Nederlanders gokt - weleens of vaker - bij een online aanbieder, blijkt uit onderzoek. Daaruit kan je niet anders dan concluderen dat de behoefte er is. Dat, gevoegd bij het feit dat het aanbod niet tegen te houden is - internet houdt niet op bij de grens -, is voor de wetgever de reden geweest de markt te reguleren. Alleen op die manier is het mogelijk de consument te beschermen tegen uitwassen, zoals het ontwikkelen van een gokverslaving of een oneerlijk spel.

Ook de overige onderdelen van de wet - strengere eisen op het gebied van verslavingspreventie en reclame en werving - hebben als uitgangspunt dat de consument die wil deelnemen aan kansspelen, dat goed beschermd moet kunnen doen. Belangrijk in dit verband is ook dat de Kansspelautoriteit er bevoegdheden bij krijgt om op te treden tegen het resterende illegale online aanbod.

De Wet op de kansspelen van 1964, het juridisch kader waarbinnen de Kansspelautoriteit tot vandaag opereerde, had al lange tijd geen afdoende antwoord meer op de issues die anno nu spelen in de kansspelwereld. Met de Wet Koa, die formeel een uitbreiding van en wijziging op de Wet op de kansspelen is, kan de Kansspelautoriteit beter invulling geven aan haar missie van ‘Veilig spelen’. Ook al ben je tegen kansspelen, het is geen reden het niet goed te regelen. Dat wordt nu gedaan.

René Jansen