Olivier Flinterman: ‘Systeem van kansspelbelasting volstrekt willekeurig’


13 mei 2019

Nederland kent een willekeurig systeem van kansspelbelasting. Ons land is daarmee zeker niet het enige Europese land. Europese harmonisatie zou een oplossing kunnen zijn tegen deze willekeurigheid, maar lijkt vooralsnog niet haalbaar. Te leren valt er van Denemarken.

Dat concludeert Olivier Flinterman in zijn scriptie Kanspelbelasting: is herziening een gok waard? Met deze masterscriptie, waarmee hij vorig jaar afstudeerde in de studierichting fiscale economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, won Flinterman de jaarlijkse scriptieprijs van de Kansspelautoriteit.

Onderzoek

In zijn imposante werkstuk, dat 737 voetnoten telt verspreid over 112 pagina’s, onderzoekt Flinterman hoe Nederland de kansspelbelasting het best zou kunnen vormgeven. Om tot een antwoord op die vraag te komen beschrijft hij achtereenvolgens hoe de huidige kansspelbelasting nu is vormgegeven, welke problemen er daarbij optreden, op welke wijze de Europese Unie een rol speelt en uit welke alternatieven gekozen zou kunnen worden.

Olivier Flinterman

Heffingsgrondslag

Net als veel andere Europese landen blijkt Nederland een nogal willekeurig systeem voor de belasting op kansspelen te hebben. ‘De kansspelbelasting vloeit voort uit de eerdere loterijbelasting’, legt Flinterman uit. ‘De rechtsgrondslag bij invoering van de kansspelbelasting was het zogenoemde buitenkansbeginsel: kwam iemand door een buitenkans (bijvoorbeeld het winnen van een loterij) in een financieel bevoorrechte positie, dan werd belasting geheven over de prijs. Dit per persoon heffen van de belasting werd steeds minder mogelijk doordat de kansspelmarkt zich ontwikkelde: er kwamen steeds meer en verschillende kansspelen.’

Naar exploitant

Anno 2019 heeft dit zich ontwikkeld tot een systeem van kansspelbelasting waarbij de belastingplicht voor een belangrijk deel is overgegaan van de speler naar de aanbieder. Bij de zogenoemde short odds-kansspelen (korte periode tussen de inzet en uitkering van de prijs) zoals casinospelen en speelautomaten, was het niet praktisch uitvoerbaar om de belastingplicht bij de speler te leggen. Inhouding van belasting door de exploitant namens de speler was in de praktijk ook niet mogelijk: stel je voor dat na iedere draai van de roulette het spel zou moeten worden stilgelegd om met de belastingdienst af te rekenen. Daarom werd de belastingplicht verschoven naar de exploitanten. Zij betalen belasting over hun brutospelresultaat (inleg – uitgekeerde prijzen). Bij loterijen (long odd-kansspelen) geldt nog steeds dat de winnaar kansspelbelasting betaalt (die de organisator inhoudt op de prijs en afdraagt). Nederlandse winnaars van buitenlandse loterijen en internetkansspelen moeten zelf aangifte doen en belasting betalen.

Eigen systeem

Zo heeft elk Europees land een eigen systeem van kansspelbelasting ontwikkeld, zegt Flinterman. In - bijvoorbeeld - België (met deelregeringen in Vlaanderen en Wallonië die verschillend beleid voeren) of Duitsland met aparte regelingen per deelstaat, is de situatie nog minder overzichtelijk.

De jaarlijkse opbrengst In Nederland aan kansspelbelasting is zo’n 500 miljoen euro. Dit bedrag zal in de komende jaren hoger worden. De huidige markt groeit elk jaar. Bovendien worden online kansspelen op korte termijn legaal, doordat de Eerste Kamer de Wet Kansspelen op afstand aannam.

Harmonisatie

Is er vanuit Europa wellicht harmonisatie op het gebied van het kansspelbeleid te verwachten? Nee, zegt Flinterman. ‘De Europese Commissie is juist tot de conclusie gekomen dat hoe landen met kansspelen (en dus met kansspelbelasting) omgaan, sterk cultureel bepaald is. Europa ziet wel toe op een vrij handelsverkeer en een voor iedereen gelijk speelveld, maar belastingharmonisatie op dit beleidsterrein is niet te verwachten. Iets anders is dat Nederland internationaal gezien wel uit de pas loopt door in sommige gevallen de speler belastingplichtig te maken, terwijl in de meeste landen de belastingplicht bij de aanbieder ligt. Dat maakt de kansspelbelasting kwetsbaar voor juridische procedures, bijvoorbeeld omdat de belastingplicht per type kansspel niet hetzelfde is.’

Denemarken

In zijn scriptie komt Flinterman tot de conclusie dat de meest optimale vormgeving van de kansspelbelasting in Nederland (in termen van doelmatigheid, uitvoerbaarheid en Europese houdbaarheid) een systeem is waarbij alle aanbieders van kansspelen belasting afdragen over het brutospelresultaat. ‘Hét voorbeeld bij zo’n hervormingsoperatie is Denemarken’, zegt Flinterman.