Goedemorgen allemaal,
Veel dank voor de uitnodiging om hier te mogen spreken. De kansspelsector staat, zeker sinds de opening van de online markt, volop in de aandacht. Die aandacht is helaas bepaald niet altijd even positief. Dat kritische, soms zelfs negatieve sentiment zien we terug in de nieuwsmedia en in de politieke arena.
Het zal u niet zijn ontgaan. Vorige week dinsdag werden liefst 10 moties aangenomen door een meerderheid van de Tweede Kamer. Daar zaten ook moties bij die demissionair minister Weerwind ontraadde. Enkele van deze moties kunnen ingrijpende gevolgen hebben voor de regulering van de online kansspelmarkt.
Ik heb het dan vooral over de oproep aan de regering om te komen tot een verbod op online reclame en de oproep van de Kamer tot een verbod op online spelen met een zeer hoog risico op verslaving.
Het is duidelijk: de visie van een meerderheid van de Tweede Kamer op de regulering van de online markt is evident veranderd. En hoe de toekomst er uit gaat zien, is nog onduidelijk. Het is nu eerst afwachten hoe de reactie van minister Franc Weerwind gaat luiden.
Door de uitgebreide aandacht die er bij politiek én media is voor online gokken, lijkt het soms alsof landgebonden kansspelen vergeten worden. Ik moet daarbij eerlijk bekennen dat ook onze eigen werkagenda sinds februari 2019 noodzakelijkerwijs en welbewust sterk is bepaald door de uitdagingen en de dynamiek van online.
Ook mijn eigen publieke bijdragen – speeches, blogs en interviews – hebben sterk in dat teken gestaan. Mijn bijdrage vanochtend zal echter wél weer eens in het teken staan van ‘land based’. Ik wil u daarbij meenemen in de belangrijkste uitkomsten van de controles die we afgelopen winter bij fysieke speelhallen hebben uitgevoerd.
Handhaving illegaal landgebonden aanbod
Laat ik echter beginnen met onze zichtbaarheid bij het aanpakken van illegaliteit. In december vorig jaar hebben we ons handhavingsbeleid voor het fysieke domein geactualiseerd. Kern hiervan is: beter zichtbaar zijn, en illegale landgebonden kansspelen steviger aanpakken.
Wanneer ik gevraagd wordt naar de aanpak van illegale online websites, zeg ik vaak dat het aanvragen en behouden van een vergunning veel vergt van aanbieders.
Dat moeten we de moeite waard maken.
Dat geldt voor landgebonden aanbod net zo goed: tegenover de inspanningen die exploitanten leveren om veilig spelen mogelijk te maken, mag van de Ksa een stevige aanpak van illegaal aanbod verwacht worden.
Dus treden we proactiever en zelfstandiger op.
Voorheen werden we vooral door partners als gemeenten of de politie betrokken bij acties. Inmiddels zetten onze inspecteurs vaker in op eigen onderzoek. Dat werpt zijn vruchten af: de afgelopen maanden hebben we bij diverse acties meerdere grootschalige illegale activiteiten, zoals bingo’s, stopgezet. Hiermee vergroten we ook de bewustwording rondom illegale fysieke kansspelen. Het resultaat van deze acties zien we in de praktijk al terug: het aantal meldingen bij onze infolijn van illegale bingo’s, loterijen en pokertoernooien neemt gestaag toe.
En dat smaakt naar meer.
We zullen steeds de afweging maken of we een ondersteunende rol pakken of dat we zelf ‘in the lead’ zijn. De ondersteuning vindt vooral plaats bij bredere acties in samenwerking met gemeenten, RIEC’s en politie. Bijvoorbeeld bij acties gericht op een integrale aanpak van ondermijning op regionaal of lokaal niveau. Daarbij staan bij de afwikkeling ervan in het algemeen gemeentelijke sancties en strafrechtelijke procedures centraal.
Daar waar we zelf ‘in the lead’ zijn, zullen we ons ook meer en meer richten op het inzetten van onze eigen bestuursrechtelijke instrumenten, waaronder het opleggen van boetes.
Controles bij speelhallen naar naleving zorgplicht
Naast de aanpak van illegaal hebben we ook bij ons toezicht op de legale markt (aanbieders met een vergunning) niet stilgezeten.
We zijn in december 2023 en januari ’24 het land in getrokken voor controles bij speelhallen, want toezicht op fysieke locaties kan niet alleen van achter een bureau. Wat gebeurt er bij die speelhallen in het land?
Met de inwerkingtreding van de Wet KOA is ook de zorgplicht voor speelhallen en de vestigingen van Holland Casino aangescherpt. We wilden graag weten hoe die zorgplicht in de praktijk uitpakt. Gedurende twee maanden bezochten onze collega’s twintig speelhallen door het hele land. We kondigden onze bezoeken niet vooraf aan: we stonden onverwacht bij de entree.
Onze toezichthouders hebben zelf niet gespeeld, maar ze hebben wel goede gesprekken gevoerd. De bezochte speelhallen waren overal zeer bereid om mee te werken aan het onderzoek. We hoorden meermaals hoe prettig eigenaren of exploitanten het vonden dat we ook eens bij hen een kijkje in de keuken kwamen nemen. Dat vind ik een compliment waard.
We zagen dat er veel aandacht is voor de zorgplicht, dat de meeste hallen stappen hebben gezet om hieraan te voldoen. Toch sluit de uitvoering niet altijd even goed aan op de goede intenties die hardop uitgesproken worden. Dat vind ik natuurlijk zorgelijk.
Daarbij valt met name op dat spelers niet altijd even goed op de huid gezeten worden en dat hun gokgedrag niet altijd even goed geregistreerd wordt, terwijl je juist bij een fysieke locatie verwacht dat dit goed mogelijk is.
Het probleem ligt beklonken in het vastgelegde verslavingspreventiebeleid van de bezochte hallen. Alle bezochte speelhallen zijn het met elkaar eens dat een lange of toenemende speelduur een zorgwekkend signaal is dat kan wijzen op onmatig deelnemen aan een kansspel en op risico’s van verslaving. Maar hoe dit te monitoren of hoe de speelduur bij te houden? Dat is vervolgens niet uitgewerkt.
Daarnaast hanteerde niet één van de onderzochte speelhallen een maximum speelduur. Dat is sowieso zorgelijk, maar al helemaal bij hallen die 24 uur per dag open zijn en dus geen natuurlijk en gedwongen vertrekmoment voor de bezoekers hebben.
Onze zorgen zagen we terug in het recente tweeminutendebat in de Tweede Kamer, waar mevrouw Bikker van de ChristenUnie vroeg of gemeenten mogelijkheden moeten krijgen om de openingstijden van vestigingen van Holland Casino te beperken. Het ging daarbij specifiek om de vestiging in Rotterdam, waar de gemeenteraad verdeeld is over precies die openingstijden. Er zijn natuurlijk meer hallen met een 24-uurs opening, en juist daar moet extra aandacht besteed worden aan de aanwezigheid en speeltijd van bezoekers.
Een ander zorgwekkend signaal uit onze controlebezoeken, is het spelen op meerdere automaten tegelijk. Bij álle bezochte hallen was dat toegestaan.
Ook bezochten we speelhallen die geen limiet hanteren op het aantal automaten waarop tegelijk gespeeld kan worden. Bovendien was bij alle onderzochte hallen het gebruik van insteekkaartjes mogelijk. Dit werkt onmatig spel in de hand. Verder is het zo dat niet alle hallen het pingedrag van bezoekers monitoren of een maximum aantal transacties hanteren.
Wat zijn onze toezichthouders tegengekomen op het punt van de Cruks-registratie?
In de basis is duidelijk hoe Cruks-controles uitgevoerd moeten worden, maar de praktijk blijkt weerbarstig. Er zijn speelhallen met een open entree, waar spelers bij drukte over het koord kunnen stappen of gewoon om de balie heen kunnen. Dat is wat ons betreft een makkelijk te mitigeren risicofactor, die het verdient om aangepakt te worden.
Medewerkers van speelhallen zijn over het algemeen goed getraind in Cruks, maar die kennis schiet desondanks op sommige vlakken toch nog tekort. Een belangrijk voorbeeld daarvan is de onvrijwillige Cruks-inschrijving.
Speelhallen zijn verplicht melding te maken van spelers die onmatig gokken, maar niet reageren op maatregelen van de aanbieder. Wij kunnen deze spelers op basis van een melding laten inschrijven in Cruks: de onvrijwillige inschrijving. We krijgen deze meldingen echter vrijwel nooit van aanbieders van fysieke kansspelen. Uit de gesprekken ter plaatse bleek dat medewerkers soms niet eens wisten van deze mogelijkheid.
Ook verschilt het aantal registraties van interventies nogal: we hebben voorbeelden gezien van hallen die in een kwartaal geen enkele interventie hebben geregistreerd. Heeft daar daadwerkelijk niets plaatsgevonden, of zijn de mogelijke probleemspelers onvoldoende gezien?
Vergelijk het met de barman van een bruin café: zijn regelmatige praatje met vaste gasten is ook een vorm van sociale controle. Ook in speelhallen zien we vaste bezoekers. Juist die moeten in het oog van medewerkers springen. Bij hen wordt een lange speelduur gezien als normaal, terwijl het juist een signaal is van onmatig gokken. Zeker als er verandering komt in die toch al hoge bezoekfrequentie: is Karel ineens veel vaker binnen dan eerst? Is de speelduur van Anna enorm toegenomen?
Juist op die momenten is het aan de medewerkers om een serieus beeld te vormen van de vraag of alles nog goed gaat met de bezoeker. Hij of zij hoort daarvan ook verslag te doen.
Extra ‘guidance’ voor speelhallen
Op dit moment zijn medewerkers van de Ksa nog bezig met het opstellen van een totaaloverzicht van de onderzoeksbevindingen. Naar aanleiding van de controlebezoeken en -gesprekken komen we later dit jaar met extra ‘guidance’ voor speelhallen op het gebied van hun zorgplicht. Enkele voorlopige gedachten daarbij noem ik alvast.
Zo zou er wat ons betreft in ieder verslavingspreventiebeleid aandacht moeten zijn voor een maximaal aantal toegestane speeluren en het tegelijk spelen op meerdere automaten. Daarnaast zouden we graag zien dat het gebruik van creditcards voor betalingen zoveel mogelijk wordt tegengaan. Verder is belangrijk dat deze zaken niet alleen in het verslavingspreventiebeleid worden uitgewerkt, maar dat er ook daadwerkelijk naar dit beleid gehandeld wordt. Want papier is geduldig en uiteindelijk gaat het erom hoe je concreet uitvoering geeft aan het beleid.
Discussie over de rol van monopolies in het kansspelbeleid.
Natuurlijk speelt er ook bij u veel; daarvan ben ik me bewust. Ik wil in het kort twee zaken aanstippen die mogelijk veel gespreksstof hebben gegeven binnen de sector.
De eerste is de rol van monopolievergunningen in het kansspelbeleid. Een recente uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant heeft het monopoliestelsel voor bepaalde kansspelen fundamenteel ter discussie gesteld. Het betreft een zaak waarin de Ksa geweigerd heeft aan JVH vergunningen te verlenen voor het lottospel, de instantloterij en fysieke sportweddenschappen.
Het gaat hierbij immers om door de wet gecreëerde monopolievergunningen, die in handen zijn van rechtspersonen van NLO, Nederlandse Loterij. De Rechtbank gaat daar niet – of niet langer – in mee.
Ik hoef voor een publiek als u niet uit te wijden over de achtergrond van deze zaak.
Of de uitspraak ook gevolgen kan hebben voor andere monopolievergunningen in de kansspelwet, zoals die op casinospelen, kan ik op dit niet overzien. We zien wel een samenhang met de huidige wettelijke ordening van de loterijenmarkt.
En met de actuele discussie over een mogelijke privatisering van NLO. Dit is daarmee een uitermate serieuze zaak.
Ik kan niet vooruitlopen op de discussie die hierover plaats gaat vinden bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, maar ik kan er wel met een paar woorden bij stilstaan. In de rechtspraak kan het kwartje natuurlijk altijd twee kanten op vallen, dus bereid je je voor op beide uitkomsten.
In dit geval zijn we echter verrast door de redenering, de feitenduiding en de afweging van de Rechtbank. We hebben ons bij eerdere beslissingen over voorwaarden voor vergunningen vaker beroepen op de horizontale consistentie van het kansspelbeleid. Die beoordelingen werden gesteund door de rechter, maar zouden nu onderuit gehaald kunnen worden.
Nogmaals, de gevolgen kunnen verstrekkend zijn. Dicht bij huis blijvend: gedwongen worden om overhaast – binnen een termijn van enkele weken – tot besluiten te komen in de desbetreffende vergunningsaanvragen, vind ik zeer onwenselijk. We hebben daarom niet alleen hoger beroep aangetekend bij de Afdeling Bestuursrechtspraak, maar ook om een voorlopige voorziening gevraagd. Wat houdt dat in? We hebben de Afdeling gevraagd op korte termijn de uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant te schorsen totdat er op het hoger beroep is beslist. Afgelopen vrijdag heeft de Afdeling dit verzoek toegekend.
Wordt vervolgd!
Regelgeving Speelautomaten
Een tweede aandachtspunt dat breed leeft bij de branche is de modernisering van de speelautomatentitel in de wet.
De oproep vanuit de sector hebben we gehoord, en de Ksa heeft deze eerder zelf ook al gedaan, onder meer in onze wetgevingsbrief van juni vorig jaar. Dit onderwerp verdient het om spoedig mee aan de slag te gaan.
Modernisering van de wetgeving zorgt ervoor dat we de weg vrij maken voor de speelhal van de toekomst. Ik zie dan een zogezegd ‘slimme’ speelhal voor me. Intern noemen we die ook weleens een ‘Koa met korte draadjes’: kansspelen op zeer korte afstand.
Dat zou betekenen dat we weg bewegen van de individuele automaat, die geen idee heeft wie er op de knoppen drukt. In plaats daarvan ga je naar een systeem met een spelersaccount waarbij door middel van ‘cashless play’ zichtbaar wordt wie er speelt, hoe lang, en met welke bedragen. Een groot deel van de zorgen over de zorgplicht, die ik eerder aanhaalde in mijn verhaal, kan daarmee ook worden geadresseerd.
Ik begrijp dat dit momenteel toekomstmuziek is: over de implementatie van bijvoorbeeld ‘cashless play’-systemen moet nog veel worden nagedacht. Hoe zorgen we ervoor dat we witwassen tegengaan? Wat doen we met spelerstegoeden als een speelhal onverhoopt failliet gaat?
Er zijn nog veel vragen te beantwoorden, maar er zijn ook veel mogelijkheden. Daarom moeten we niet alleen met een frisse, open blik naar het landgebonden aanbod kijken maar ons ook sterk maken voor modernisering van de wetgeving. Een nieuw, nog te vormen, kabinet biedt daarvoor een uitgelezen kans.
Dames en heren, ik ga afronden. Ik begrijp dat de tijden voor de speelautomatenbranche roerig zijn. In de laatste marktscan, waarin we de landgebonden en online markten naast elkaar legden, zagen we dat de branche nog steeds niet volledig is hersteld van de coronacrisis. Dat hoorden we ook vorige week van Holland Casino bij de presentatie van haar jaarverslag.
Ook zien we dat de online markt waarschijnlijk een deel van de omzet van landgebonden heeft afgesnoept. En dat er altijd een zekere druk zal zijn vanuit het illegale aanbod.
In dat uitdagende landschap is het belangrijk oog te blijven houden voor een aantrekkelijk landgebonden aanbod.
Dat alles ontslaat de sector echter niet van de door de samenleving aan hem opgedragen kerntaak: het bieden van een veilige omgeving om te gokken. Dat betekent dat alle exploitanten hun zorgplicht uitermate serieus moeten nemen, onder meer door scherp oog te houden op het gedrag van de aanwezige bezoekers. Zorg dat het voor bezoekers van een speelhal of een vestiging van Holland Casino blijft bij ontspanning of een avondje uit.
Dat lijkt me bovendien de beste basisinvestering voor de toekomst van landgebonden kansspelen in Nederland!
Bedankt voor uw aandacht.