Moet de term ‘maand’ gezien worden als een kalendermaand of als periode van 30 opeenvolgende dagen?


In de regelgeving en in de Beleidsregel verantwoord spelen 2024 wordt zowel de term ‘maand’ als de term ‘kalendermaand’ gebruikt.

In de Beleidsregel verantwoord spelen 2024 wordt het begrip ‘kalendermaand’ gebruikt. Met een kalendermaand wordt 1 van de 12 maanden in het jaar bedoeld en dus niet 30 opeenvolgende dagen. In de beleidsregel is een kalendermaand via de nettostortingsgrenzen (artikel 3.1.12, zesde lid, aanhef en onderdeel e) gekoppeld aan het (doorgaans) maandelijkse inkomen van een speler.

In de Regeling speellimieten en bewuster speelgedrag wordt gesproken over een ‘maand’. Dit is een kalendermaand en niet een periode van 30 dagen.

Ook hier geldt dat de maandelijkse stortingslimieten verband houden met het (doorgaans) maandelijkse inkomen van een speler. In de toelichting op de regeling komt dit een aantal keren terug (Stcrt 2024, 19648,o.a. pagina 7). Daarnaast heeft de regelgever ook bij de toelichting bij het spelersprofiel van artikel 3.23, onderdeel b, van de Regeling kansspelen op afstand een verband gelegd tussen speellimieten en netto-inkomen (Stcrt 2021, 4507, p. 73).

Waar de regelgever een periode van 30 dagen bedoelt, heeft hij dat ook uitdrukkelijk zo bepaald. Zie bijvoorbeeld artikel 6, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Regeling werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen.