22 januari 2018
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 17 januari 2018 Imperial E-club in hoger beroep in het ongelijk gesteld in een rechtszaak tegen de Kansspelautoriteit. In 2014 legde de Kansspelautoriteit dit bedrijf een boete op van 200.000 euro wegens het zonder vergunning online kansspelen aanbieden aan Nederlandse consumenten. Dat deed Imperial E-club, gevestigd op Antigua en Barbuda, via zeven websites. De Raad van State stelt de Kansspelautoriteit op alle fronten in het gelijk.
Europese regelgeving
Imperial E-Club voerde tijdens de rechtszaak aan dat het beleid van de Kansspelautoriteit strijdig is met Europese regelgeving die een vrij verkeer van diensten garandeert. De Raad van State ging in dit betoog niet mee, aangezien Imperial E-Club gevestigd is buiten de Europese Unie.
Prioriteringsbeleid
Een tweede bezwaar van Imperial E-Club was dat het zogenoemde prioriteringsbeleid van de Kansspelautoriteit, waarbij zij voorrang geeft aan het aanpakken van aanbieders die zich prominent op Nederland richten, strijdig is met het willekeurverbod en het gelijkheids- en het evenredigheidsbeginsel. De Raad van State wees dit bezwaar af. In het vonnis noemt de Afdeling bestuursrechtspraak het prioriteringsbeleid 'niet onredelijk'.
Nederlandse icoontjes
Een volgend bezwaar van de Imperial E-Club was dat de Kansspelautoriteit niet onomstotelijk bewezen heeft dat de verweten verboden gedragingen daadwerkelijk plaats hebben gevonden. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State wijst dit bezwaar af, onder meer door erop te wijzen dat websites van Imperial E-Club icoontjes met de Nederlandse vlag gebruikten. Via die icoontjes waren de website in de Nederlandse taal toegankelijk. Ook gebruikten de websites iDeal als betaalmethode. iDeal is alleen geschikt voor betalingsverkeer tussen Nederlandse bankrekeningen.
Bescherming consument
Imperial E-Club had verder bezwaar aangetekend tegen de hoogte van de boete en tegen het openbaar maken van het boetebesluit. Ook deze bezwaren vonden geen gehoor bij Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Wat het laatste bezwaar betreft vindt de rechter het belang van de bescherming van de consument belangrijker.
Tegen de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is geen beroep mogelijk.