'Iedere kansspelaanbieder heeft een maatschappelijke verantwoordelijkheid'


30 mei 2017

Aanbieders van kansspelen in Nederland hebben een wettelijke zorgplicht: zij moeten kansspelverslaving zoveel mogelijk voorkomen. De Nederlandse Kansspelautoriteit kijkt of de aanbieder daar beleid voor heeft en dat ook uitvoert. Bestuurslid Joop Pot: “De maatschappelijke verantwoordelijkheid weegt zwaar voor een kansspelaanbieder. Verslavingspreventie hoort bij zijn bedrijfsvoering en hoort onderdeel te zijn van zijn strategische doelstellingen.”

“Zeker als straks het wetsvoorstel voor regulering van online kansspelen ingaat, zie je dat nergens ter wereld de zorgplicht zo helder is vastgelegd als in Nederland. Niet alleen liggen verplichtingen omtrent de zorgplicht vast in de vergunningsvoorwaarden, maar ook in de lagere regelgeving”, aldus Joop Pot. “Iedere aanbieder moet op het hoogste niveau een functionaris hebben die verantwoordelijk is voor het verslavingspreventiebeleid.”

“We kijken ook hoe het preventiebeleid in de praktijk wordt gebracht. Praktisch gezien: wat doet de aanbieder om het personeel te trainen, is er controle aan de deur, gaat het personeel een gesprek aan met een speler die wel erg veel geld inzet?”

De Kanspelautoriteit toetst

De Kansspelautoriteit toetst of er beleid is voor verslavingspreventie en of het ook werkt. Doet een aanbieder dat niet en is het niet geregeld in de organisatie? Dan volgt eerst een waarschuwing, maar kan een vergunning ook worden gewijzigd of ingetrokken. “Alles gaat langs de lat van responsible gambling”, waarschuwt Pot. “We kijken ook hoe het preventiebeleid in de praktijk wordt gebracht. Praktisch gezien: wat doet de aanbieder om het personeel te trainen, is er controle aan de deur, gaat het personeel een gesprek aan met een speler die wel erg veel geld inzet?”

“Verslavingspreventiebeleid is iets wat je niet met de mond kunt belijden”, zegt Pot. "Ook volstaat het niet om wat foldertjes neer te leggen. Je moet het in je bedrijfsproces en procedures verwerken, door het hele bedrijf. Het is een integraal onderdeel van het bedrijfsproces.”

Kansspelen online

Als en zodra het wetsvoorstel Kansspelen op afstand (KOA) door de Eerste Kamer is goedgekeurd en in werking treedt, kan de Kansspelautoriteit ook voor online kansspelen vergunningen verlenen en daar toezicht op houden. “Dan gaat het om vragen als: heeft de aanbieder zowel op de terreinen van techniek als processen en beleid zijn zaakjes op orde, zodat kansspelverslaving zoveel mogelijk wordt voorkomen? We gaan dat monitoren”, aldus Pot, “en aandacht besteden aan expertise ontwikkeling. Bovendien komt er een Verslavingsfonds waaraan kansspelaanbieders een geldelijke bijdrage leveren. Uit dit fonds kan onderzoek gefinancierd worden. Denk bijvoorbeeld aan onderzoek naar de effectiviteit van preventie maatregelen.” Ook krijgt de Kansspelautoriteit dan extra instrumenten waarmee zij kan handhaven.

Speelautomatensector onder de loep

De Kansspelautoriteit kijkt nu gericht naar de speelautomatensector. Aanbieders van speelautomaten moeten een aanwezigheidsvergunning hebben van de gemeente. In die vergunning moeten ook voorschriften over verslavingspreventie opgenomen zijn. Naast de aanwezigheidsvergunning heeft de aanbieder vergunningen nodig om het type speelautomaat op de markt te brengen en om deze te mogen exploiteren. Deze laatste twee vergunningen geeft de Kansspelautoriteit af. Zowel gemeenten als de Kansspelautoriteit houden toezicht op de speelautomatensector wat betreft verslavingspreventie.

In dat kader is de Kansspelautoriteit in gesprek met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), zodat zij de aangesloten gemeenten op het hart kan drukken dat zij verslavingspreventie aan hun vergunningsvoorwaarden toevoegen. “Het gaat erom dat zij drempels inbouwen”, aldus Pot. “Zij kunnen verslavingspreventie afdwingen. Dat kan in de voorwaarden die aan de aanwezigheidsvergunning worden gesteld, of in de APV.”

“Gemeenten kunnen de meeste van hun taken op dit gebied prima zelf uitvoeren, maar natuurlijk willen wij hen graag waar nodig adviseren door bijvoorbeeld modelvergunningen en een handleiding op te stellen. We willen hen faciliteren, zodat zij beter in staat zijn hun aandeel in het toezicht op speelautomaten uit te voeren.”

Gebleken is dat gemeenten niet altijd goed op de hoogte zijn van taken en bevoegdheden wat betreft toezicht op speelautomaten. “Gemeenten kunnen de meeste van hun taken op dit gebied prima zelf uitvoeren, maar natuurlijk willen wij hen graag waar nodig adviseren door bijvoorbeeld modelvergunningen en een handleiding op te stellen. We willen hen faciliteren, zodat zij beter in staat zijn hun aandeel in het toezicht op speelautomaten uit te voeren.”

Aanbieder is zelf verantwoordelijk

De verantwoordelijkheid ligt dus bij de kansspelaanbieder? “Inderdaad. Hij moet het zelf doen. Je merkt dat bepaalde kansspelaanbieders niet goed weten hoe ze hun preventiebeleid moeten aanpakken. Ze kijken dan vragend naar de Kansspelautoriteit. Maar wij zijn niet verantwoordelijk voor hun preventiebeleid. Zij moeten dat zelf doen. Een professionele aanbieder die zichzelf en zijn bedrijf serieus neemt, kijkt ook hoe anderen het geregeld hebben. Zo krijg je een onderlinge benchmarking. Kijk eens bij de buren. Ga zelf de boer op”, adviseert Pot.

“Wat wij wel kunnen doen, is hen faciliteren. Bijvoorbeeld door een bijeenkomst voor aanbieders te organiseren waar zij kennis uitwisselen. Hoe dan ook: als je een professionele aanbieder bent, neem je verslavingspreventie serieus. Dan wil je een verantwoord spelletje aanbieden. Het hoort bij maatschappelijk verantwoord ondernemen. En dat is in deze sector onontbeerlijk.”


Joop Pot bestuurder Ksa

Joop Pot
Fotografie Gerhard van Roon