Onderzoek onder deelnemers AGOG-bijeenkomsten: inzicht in gokproblematiek in Nederland


Gepubliceerd op 25 juni 2025

De Kansspelautoriteit en de AGOG (Anonieme Gokkers Omgeving Gokkers) hebben in het najaar van 2024 een enquête gehouden onder deelnemers van AGOG-zelfhulpgroepen. 139 mensen vulden de vragenlijst in – 70 procent van de toenmalige deelnemers aan bijeenkomsten. De resultaten bieden waardevolle inzichten in het gokgedrag, de gevolgen van gokken en de effectiviteit van interventies en hulpverlening. Deze groep is niet representatief voor álle mensen met een gokprobleem in Nederland, want de meeste gokkers met een probleem zoeken geen hulp.

Inzicht in gokgedrag

De meeste respondenten begonnen al op jonge leeftijd met gokken: 81 procent vóór hun 24e en 46 procent zelfs vóór hun 18e. Opvallend is dat respondenten steeds vaker online beginnen. Waar respondenten vaak fysiek gokten, zoals in speelhallen en casino’s, is online gokken dominant onder de respondenten die de afgelopen tien jaar zijn begonnen. Veel respondenten gaven aan zowel legaal als illegaal te hebben gegokt. Zij deden dat bijvoorbeeld, omdat er in het verleden geen legale online alternatieven waren. Andere respondenten gokten illegaal, omdat zij in Cruks stonden en daardoor geen toegang meer hadden tot legale platforms.

Bijna alle respondenten herkenden gedragingen die wijzen op problematisch gokgedrag, zoals de drang om verliezen terug te winnen, steeds meer geld in te zetten en dagelijks te gokken. Driekwart van de respondenten speelde op meerdere websites tegelijk. Dit laat zien hoe belangrijk overkoepelende speellimieten zijn.

De gevolgen van gokken zijn ingrijpend. De meerderheid van de respondenten ervaarde financiële, sociale én mentale problemen. De hoogte van het financiële verlies varieert echter sterk: de helft heeft meer dan 50.000 euro verloren, terwijl een kwart van de respondenten aangeeft minder dan 1.000 euro te hebben verloren. Dit toont aan dat niet iedereen met een gokprobleem grote verliezen lijdt, maar hoe langer iemand gokt, hoe groter het verlies vaak is.

Meer dan de helft van de respondenten sloot zich in de afgelopen twee jaar aan bij AGOG en stopte sindsdien met gokken. De belangrijkste redenen om hulp te zoeken, waren problemen in de relationele sfeer, mentale klachten en geldproblemen. Twee derde van de deelnemers krijgt hulp bij een verslavingsinstelling en is aangemeld voor een gokstop.

Weinig effectieve interventies door aanbieders

Hoewel aanbieders verplicht zijn in te grijpen bij signalen van problematisch gokken, blijkt uit het onderzoek dat dit zelden effectief gebeurt. 68 procent van de respondenten werd nooit persoonlijk benaderd en 83 procent kreeg nooit een entree- of speelverbod. Van degenen die wél een verbod kregen, stapte de helft over naar een andere aanbieder.

Verleiding blijft groot

De verleiding om weer te gaan gokken, blijft voor veel respondenten aanwezig. Reclames, fysieke goklocaties en het gedrag van naasten spelen hierin een grote rol. De legalisering van online gokken wordt door velen gezien als een factor die de verleiding heeft versterkt, terwijl het gevoel leeft dat de bescherming van spelers sindsdien niet is verbeterd.

“Ik heb sterk het gevoel dat sinds de legalisering veel meer mensen gokken. Verder stoort het me dat vrijwel alle reclames die ik zie gokreclames zijn. Wat winnen we hiermee?”, aldus een respondent.

De Kansspelautoriteit gebruikt de resultaten van dit onderzoek om haar toezicht verder aan te scherpen en het gesprek met aanbieders en beleidsmakers te voeren over effectievere bescherming van spelers. Persoonlijke interventies, strengere limieten en gerichtere voorlichting kunnen daar een belangrijke rol in spelen.

Meer informatie over AGOG? Bezoek dan www.agog.nl.