De Kansspelautoriteit (Ksa) vraagt kansspelaanbieders op verantwoorde wijze om te gaan met reclame in de aanloop naar en tijdens het WK Voetbal in Qatar.
De Ksa herinnert in een brief aan vergunninghouders aan de oproep die minister Franc Weerwind (kansspelbeleid) op 6 en 19 oktober tijdens debatten in de Tweede Kamer deed. De minister vroeg kansspelaanbieders toen te matigen met reclames rondom het WK Voetbal. Een algeheel verbod op ongerichte reclame voor risicovolle kansspelen is in de maak. Dat is de politieke reactie op de vele reclame-uitingen sinds de opening van de legale online kansspelmarkt op 1 oktober 2021. Het verbod geldt tijdens het WK nog niet.
Regels
In de brief wijst de Ksa verder op de regels. Sinds 30 juni mogen bekende Nederlanders (de zogenoemde rolmodellen, waaronder ‘influencers’ en (ex-)beroepssporters), niet worden ingezet en reclame mag zich hoe dan ook niet richten op kwetsbare groepen, zoals minderjarigen en jongvolwassenen. Ook attendeert de Ksa erop dat in Nederland niet alle soorten online weddenschappen zijn toegestaan; er mag bijvoorbeeld niet worden gewed op wie een gele kaart of de eerste hoekschop krijgt. Bij overtredingen treedt de Ksa direct handhavend op. Tijdens het WK is de Ksa ook extra alert op illegale aanbieders; bij illegaal aanbod volgen er direct sancties.
Blog Ksa-voorzitter
René Jansen, voorzitter van de Ksa, schrijft in zijn maandelijkse blog dat hij beseft dat er op dit moment alleen aan kansspelaanbieders gevraagd kan worden niet alle remmen los te gooien. Het is niet afdwingbaar. René Jansen: ‘Toch doe ik het. Het imago van de kansspelsector en individuele gokbedrijven is niet heel goed. Het bombardement aan reclame na opening van de legale markt hielp daarbij niet. Ik hoop dat die les geleerd is. Het doel van legalisering van online kansspelen was een veilige omgeving creëren voor mensen die online willen deelnemen aan kansspelen. Enige vorm van reclame is nodig om te attenderen op het legale aanbod. Maar gokbedrijven moeten beseffen dat een nieuwe vloedgolf aan reclame contraproductief is.’